ICT in het Onderwijs

Hoe maak ik of pas ik een rollenspel aan?

Updated on

Rollenspel aanmaken/aanpassen

Een programma bestaat uit een of meerdere segmenten met daarin een of meerdere rollenspellen (Role Plays). Elk rollenspel bestaat uit de volgende vaste onderdelen:

  • Voorbereiding: uitleg van de theorie die nodig is voor de oefening.
  • Beschrijving: omschrijving van de situatie en opdracht.
  • Oefening: dit onderdeel staat centraal in de rollenspellen. Hierin krijgt de student een video te zien waarop hij of zij moet reageren. Op die manier kunnen studenten direct oefenen met de theorie uit de voorbereiding.
  • Beoordelingscriteria: zelfbeoordelingscriteria die gekoppeld zijn aan competenties.
  1. Als je een nieuw rollenspel wilt maken, klik dan op het plusicoon.
  2. Als je een bestaand rollenspel wilt bewerken:
    • Beweeg met je muis over het rollenspel dat je wilt bewerken. Er verschijnt een menu rechtsbovenin de tegel van het rollenspel.
    • Klik op het pijltje om het menu uit te klappen.
    • Klik vervolgens op Bewerken om de inhoud van het rollenspel aan te passen.
  1. Geef het rollenspel een titel.
  2. Sla hier je wijzigingen op, of blader met opslaan en volgende naar het volgende rollenspel in het programma.

Voorbereiding

Het onderdeel voorbereiding is optioneel. Wanneer een student een rollenspel start kan hij/zij eerst de voorbereiding bekijken. Daarna start de student met de oefening.

  • Alle competenties die je toetst, behandel je in de voorbereiding. Je legt alle competenties duidelijk en concreet uit. Hierbij vertel je niet hoe het er niet uit moet zien, maar juist hoe het er wel uit moet zien. Je kunt hierbij ter verheldering voorbeeldvideo’s toevoegen.
  • Je kunt voorbeeldvragen toevoegen, waarbij je bij meerkeuzevragen het goede antwoord al aanvinkt. 

In de voorbereiding kun je door middel van een video, tekst en/of afbeeldingen de benodigde theorie voor de oefening uitleggen. Met behulp van meerkeuze- of open vragen kun je vervolgens testen of de deelnemer de theorie begrepen heeft.

  1. Kik op het pijltje om de Theorie te bewerken:
    • Allereerst kun je een video toevoegen waarin de theorie wordt uitgelegd. Je kunt ook een afbeelding invoegen in plaats van een video.
    • In het tekstvak eronder kun je begeleidende tekst plaatsen.
  2. Voeg eventueel een Voorbeeldvraag toe. Zo kun je studenten een meerkeuze- of open vraag laten beantwoorden waarmee de student kan controleren of hij/zij de theorie begrepen heeft. Klik hiervoor op Voorbeeld/vraag 1:
    • Uploadt eventueel een video.
    • Kies het gewenste vraagtype (Meerkeuzevraag of Open vraag).
    • Vul de vraag in.
    • Vul als je hebt gekozen voor een meerkeuzevraag de antwoordmogelijkheden in, eventueel met een video, bestand of feedback. Zet een vinkje bij Correct bij de juiste antwoordmogelijkheid. NB: bij het beantwoorden van de voorbeeldvragen ziet de student enkel of hij/zij een antwoord goed of fout heeft. Kies in het geval van meerdere goede antwoorden voor een antwoordmogelijkheid Alle bovenstaande antwoorden zijn goed en markeer deze als correct.
  3. Voeg eventueel een tweede voorbeeld toe.

Tips voor voorbeeldvideo's:

  • Door eerst een fout voorbeeld te tonen en vervolgens een goed voorbeeld, maak je de essentie van de theorie snel duidelijk. Zorg er hierbij voor dat de voorbeeldvideo's kort en bondig zijn.
  • Maak de voorbeelden herkenbaar voor studenten. Dit kun je doen door dialogen uit te schrijven in spreektaal en door aan te sluiten op de praktijk.
  • Zorg voor een herkenbare omgeving en realistische acteurs. Wanneer de  acteurs een bepaalde emotie moeten vertonen, noteer deze dan duidelijk in het script. Bij voorbeeldvideo's zijn de acteurs met elkaar in gesprek en hoeven ze dus niet in de camera te kijken.

Beschrijving

De student krijgt twee teksten te zien voor ze beginnen aan de oefening, namelijk een situatiebeschrijving en een opdrachtbeschrijving:

  1. Beschrijf de Situatie van de oefening. Wat gebeurt er precies, en welke eventuele extra informatie is nodig voor het doen van de oefening?
  2. Beschrijf de Opdracht van de oefening. Geef aan wat je van de student verwacht.

Tips voor beschrijvingen:

  • Zorg dat de situatie perfect aansluit bij de opdrachtvideo, dus niet 'hij' wanneer er een 'zij' spreekt.
  • Zorg dat er in de situatie zit geen verkapte opdracht zit. Scheid de situatie en opdracht duidelijk.
  • Maak de opdracht goed uitvoerbaar. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de student niet op twaalf dingen tegelijk hoeft te leggen.
  • Maak de opdracht niet te gemakkelijk en niet te moeilijk.

Oefening

  1. Klik in het veld Opdrachtvideo op Upload om een video- of audiofragment te uploaden. Dit is de stimulusvideo of audio-opname waarop de student moet reageren. Na het opslaan wordt een video automatisch bijgesneden voor alle verschillende apparaten, zodat de video er op elk apparaat optimaal uitziet.
  2. Mocht je niet willen dat de video wordt bijgesneden (bijvoorbeeld omdat er een tekst over de gehele breedte van het scherm te zien is, of omdat er relevante zaken te zien zijn aan de zijkanten van het scherm), klik dan op Opties (geavanceerd) en vink Video niet bijsnijden voor mobiel aan. Ook kun je hier de maximale opnametijd voor de student instellen (deze staat standaard op 60 seconden en dat is meestal genoeg).

Tips voor opdrachtvideo's:

  • Om te stimuleren dat studenten oefeningen meerdere keren doen, is het belangrijk om de opdrachtvideo's niet te lang te maken. Ga uit van 5 tot 15 seconden.
  • De context schets je in de situatieomschrijving, dus die hoef je hier niet kwijt.
  • De acteur spreekt de student direct aan. Hij of zij kijkt dus in de camera.
  • Noteer bij dit soort video’s altijd een emotie en zorg ervoor dat de tekst in spreektaal is. Hier kunnen ook versprekingen of kuchjes bij horen.

Let op: hoe langer de opnametijd, hoe meer tijd en ruimte er nodig is om de video op te slaan. Dit kan in sommige gevallen tot problemen leiden met het wegschrijven van de video naar de server. Indien een student problemen ervaart, kan deze gedurende werktijd rechtstreeks contact opnemen met de supportafdeling van TrainTool: Email: [email protected] tel: +31 (0)30 – 8906 555 (9:00 - 17:00).

Opname-instellingen en autocue (optioneel)

  1. Bepaal of de student op de opdrachtvideo moet reageren aan de hand van een opname of dat hij/zij een aantal multiplechoicevragen moet beantwoorden.
  2. Kies wat de student precies opneemt: Camera (beeld en geluid) of Microfoon (alleen geluid).
  3. Vink Autocue inschakelen aan wanneer je van de oefening een autocue-oefening wilt maken.
    • Klik in het veld Autocuescript om een tekst in te voeren die op het scherm verschijnt zodra de deelnemer met de oefening begint.
    • Als je het vinkje Deelnemer kan deze tekst zelf aanpassen aanvinkt, krijgt de student de mogelijkheid om jouw tekst naar eigen wens aan te passen. NB: als je wilt dat de deelnemer zijn of haar autocuetekst zelf verzint, typ dan een tekst als ''Vul zelf in'' in het autocuescript-tekstvak. Anders denkt het programma dat er geen autocue is. 

Controleer in de voorbeeldweergave of de autocuetekst goed wordt weergegeven:

  • Klik op Role Play opslaan om terug te keren naar het programma.
  • Klik vervolgens rechtsboven op Preview om het programma te bekijken als student.

Beoordelingscriteria

Een belangrijk onderdeel van de rollenspellen zijn de beoordelingscriteria. Deze verschijnen aan het eind van elke oefening zodat de student, peer of coach kan bepalen of de student een rollenspel succesvol heeft afgerond. De student kan de opname terugkijken, en vinkt de beoordelingscriteria aan die hij/zij in zijn/haar opname terugziet. Je kunt maximaal zes beoordelingscriteria per rollenspel toevoegen.

Klik eventueel op Goede beoordeelcriteria opstellen om het helpcentrum van TrainTool te raadplegen voor het opstellen van goede beiirdelingscriteria.

  1. Vul de Criteria in waaraan je de Competenties toetst.
  2. Selecteer een Competentie uit de lijst waarop het beoordelingscriterium van toepassing is. Je kunt aan één competentie meerdere criteria hangen.
  3. Klik op Competenties beheren om eventueel een nieuwe competentie toe te voegen.

Indien je een meting hebt ingesteld, wordt de totaalscore van de student bepaald aan de hand van de score op de hier opgegeven competenties. Zowel de student als de coaches/administrators kunnen bijhouden hoe de student op bepaalde vaardigheden scoort en hoe deze vaardigheden zich gedurende het programma ontwikkelen. Ga naar Instellingen segment aanpassen voor meer uitleg over het instellen van metingen en het bepalen van scores.

  • Als je helemaal klaar bent, klik dan op Role Play opslaan om terug te keren naar het programma.

TrainTool is altijd bereid om mee te denken en advies te geven over de inrichting van jouw programma (aangepaste en eigen content). Vraag de ICT-ondersteuner van je faculteit om bij TrainTool een verzoek te doen voor een final check. Dan kunnen je deelnemers aan de slag met een relevant en goed aansluitend trainingsprogramma. 

Previous Article Hoe maak of bewerk ik een programma?
Next Article Hoe pas ik de instellingen van mijn programma aan?